Cultureel erfgoed in Dilbeek (Dilbeek, Groot-Bijgaarden, Itterbeek, Schepdaal, Sint-Martens-Bodegem, Sint-Ulriks-Kapelle)
Op het scherp van de snee: tussen stad en Pajottenland
Nergens tussen het Pajottenland en de Zennevallei is de overgang van grootstad naar het platteland zo goed merkbaar als in Dilbeek. De Ninoofsesteenweg en het klaverblad van Groot-Bijgaarden maken van de gemeente een strategisch knooppunt. Dit zorgt voor een grote werkgelegenheid in de gemeente, maar ook voor een toevloed van nieuwe inwoners. De luxewoningen van de Kaudenaardewijk, gebouwd rond 1920-1930, getuigen dat de ligging van Dilbeek ook toen al aantrekkelijk was voor de gegoeden uit Brussel. De dichte bebouwing van Groot-Bijgaarden en Dilbeek steken echter fel af tegen het landelijke Sint-Martens-Bodegem. De wederzijdse beïnvloeding tussen stad en platteland zijn goed af te lezen in de schilderwerken van Jean Brusselmans, een Brusselse schilder die zich aan het begin van de 20e eeuw in Dilbeek vestigde. En laat ons vooral ook die andere schilder niet vergeten, die zijn sporen in Dilbeek naliet: Pieter Bruegel de Oude.
Bruegel, bier en boemeltram
Bruegel: Net als Brusselmans liet Bruegel zich een paar eeuwen vroeger inspireren door het Pajottenland. De laatste tien jaren van zijn leven woonde hij in Brussel en inspiratie voor zijn doeken haalde hij o.a. uit de Pedevallei. In “De parabel van de blinden” is er voor het kerkje van Sint-Anna-Pede een prominente rol weggelegd.
Hop: Van het oude culturele boerenlandschap zoals het bij Bruegel of Brusselmans te zien is, blijft niet veel over. De imposante gebouwen van brouwerij Eylenbosch toornen leeg boven de Ninoofsesteenweg uit als herinnering aan het bierverleden. Maar als we verder kijken, vinden we in Bodegem wel nog twee hopvelden terug, de restanten van de eens bloeiende hopcultuur die floreerde tussen Affligem, Ternat, Asse en Dilbeek.
Boerentram: Op diezelfde steenweg denderde tot het einde van de jaren ’60 van de vorige eeuw de boerentram tussen het Pajottenland en Brussel. Deze tram was een belangrijke levenslijn om de plaatselijke producten naar de markt te brengen. De sporen zijn verdwenen, maar de Tramsite Schepdaal getuigt nog van dit belangrijke vervoersmiddel. De oude stelplaats herbergt een aantal gerestaureerde tramstellen. Bezoek van de site is mogelijk. Bij een ander spoorwegmonument merk je niet eens dat het er is; toch niet als je erover rijdt. Daarom loont het de moeite om het 520 m. lange viaduct van Itterbeek met haar 17 bogen eens van aan de voet te bekijken.
Over bijnamen en tradities
Keizer Karel was een verwoed reiziger. De vorst moet zijn tochten door de Nederlanden beklaagd hebben, want overal waar hij kwam, gebeurde er wat. In Olen in de Kempen kreeg hij een pot met drie oren voorgeschoteld en ook in Dilbeek was het prijs. Toen hij in “In de Gouden Kroon” wou overnachten, bestelde hij varken aan het spit. De waard zette hem echter een versgestroopt konijn voor. Het bedrog kwam uit, en sindsdien worden de Dilbekenaren konijnenfretters genoemd.
Of de waard werd opgesloten in de Dilbeekse gevangenis, de Alenatoren, weten we niet. Wel weten we dat de naam verwijst naar de zogezegde woonplaats van de heilige Alena, dochter van de heer van Dilbeek, die als martelares stierf en in Vorst begraven ligt. Andere sporen van devotie vinden we in Groot-Bijgaarden terug. De H.-Wivinaprocessie gaat daar telkens de 1e zondag van mei uit.
Een vereniging met historische wortels uit de gemeente is de Sint-Sebastiaansgilde uit Sint-Ulriks-Kapelle. De gilde werd in 2002 heropgericht en baseert zich op het reglement van de teloorgegane gilde van Groot-Bijgaarden en op documenten van de oude gilde van Sint-Ulriks.
In Dilbeek houdt de Reuzengilde van Wolsem de reuzentraditie levend.
Het geheugen van Dilbeek
De heemkundige werking in Dilbeek is vooral geconcentreerd in Sint-Martens-Bodegem. Deze deelgemeente is immers voorzien van twee verenigingen.
Heemkring Bodeghave bekommert zich hoofdzakelijk om de lokale geschiedenis en het cultuurhistorisch erfgoed van de gemeente Sint-Martens-Bodegem. Wat het Bodegemse erfgoed betreft, organiseerde de kring o.m. tentoonstellingen omtrent verdwenen dorpscafés, de aanleg van de spoorweg, het Bodegemse verenigingsleven, bijzondere Bodegemnaars en de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Verder ijvert de kring voor de instandhouding van het plaatselijke volksleven en het "Beugoems" dialect".
De Bodegemse Kulturele Werkgemeenschap legt zich ook toe op het plaatselijke dialect. De vereniging maakt zich ook sterk in opzoeking, publicatie en archiefwerking (bijvoorbeeld het kerk- en parochiearchief) en houdt regelmatig lezingen.
Daarnaast is ook de regionale afdeling van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) gevestigd in de gemeente. De vereniging wil je aan de hand van voordrachten en cursussen graag bijleren hoe je zelf met genealogie aan de slag kan. De afdeling beschikt ook over een documentatiecentrum en een databank.
Culturama vzw bekijkt het erfgoed vanuit een educatief perspectief. De vzw legt zich toe op gidsenwerking rond cultuur en erfgoed in Brussel en Dilbeek.
Gemeentelijke erfgoedondersteuning
De ondersteuning van het plaatselijke erfgoed door de gemeente gebeurt vooral door de steun aan vzw Dilbeeks Erfgoed. Deze vzw zet zich in voor het behoud en de toeristische ontsluiting van een aantal Dilbeekse monumenten, zoals de Pedemolen, de Alenatoren met Ijskelder en het huisje Mostinckx. Daarnaast verzorgde de vzw een inventaris van bouwkundig erfgoed in de gemeente en zet zich in op de gemeentelijke erfenis van Bruegel door middel van wandelingen en het Openlucht-Bruegelmuseum in Sint-Anna-Pede.

Archeologie Dilbeek
B. CLAES, Castrale mottes in Vlaams-Brabant, Inventaris en vergelijking, vol. 2, Gent 2001-2002, p. 278-288.
J. CLAESEN, A. DEVROE, S. DONDEYNE & B. VAN GENECHTEN, Archeologische prospectie met ingreep in de bodem, Dilbeek-Brusselstraat, Kortenaken 2014.
K. DEFORCE, “Houtidentificatie van de steel van een Romeinse patera uit Dilbeek (Vlaams-Brabant)”, Rapporten natuurwetenschappelijk onderzoek OE (2016).
J.-L. DENGIS, Trouvailles et trésors monétaires en Belgique, vol. 11. Province du Brabant, la période gallo-romaine, Wetteren 2011, p. 75.
S. DEPUYDT, M. VAN CELST & N. REYNS, archeologisch vooronderzoek Groot-Bijgaarden (Dilbeek) – Hendrik Placestraat 43 en 49, Bornem 2013.
E. D’HOE, “Begravingen in kerk en hoogkoor te Dilbeek 1654-1775”, Eigen schoon en de brabander 1 (1984), p. 67-70.
E. D'HOE, “De watermolen van Wolsem”, Eigen Schoon en de Brabander, 1 (2005), p. 23-27.
E. D’HOE, “Grafstenen in de Sint-Ambrosiuskerk te Dilbeek”, Eigen schoon en de brabander 3 (2010), p. 365-382.
F. DOPERE & W. UBREGHTS, De donjon in Vlaanderen, architectuur en wooncultuur, Leuven 1991, p. 174-175.
N. JANSSENS, Archeologisch proefsleuvenonderzoek te Dilbeek, Zuurweidestraat, BAAC Vlaanderen Rapport nr. 152, 2015.
A.-M. KNAPEN - LESCRENIER, Répertoire bibliographique des trouvailles archéologiques en Brabant. Les Ãges de la Pierre, 1960, p. 43, 130.
A. LENS en M. MEGANCK, De Gallo- Romeinse bewoning in Vlaanderen: Vlaams-Brabant begrensd door Oost-Vlaanderen en het kanaal van Charleroi-Vlaams Brabant tussen het kanaal Brussel-Charleroi en de Dijle, s.l. 1987-1988.
J. MOENS, “Resten van een site met walgracht op het domein van de Molen van Pede te Sint-Gertrudis-Pede”, Recent archeologisch onderzoek in Vlaams-Brabant (2016), p. 6-8.
J. MOENS & K. DE GROOTE, Sporen van een verdwenen site met walgracht in de parochie Sint-Gertrudis-Pede te Schepdaal (Dilbeek, Prov. Vlaams-Brabant), Brussel 2017.
D. PAUWELS, Op zoek naar het verleden van Dilbeek: archeologisch noodonderzoek op de verkaveling Wolsemveld, Zellik 2006.
D. PAUWELS, “Op zoek naar het verleden van Dilbeek : archeologisch noodonderzoek op de verkaveling Wolsemveld”, Recent archeologisch onderzoek in Vlaams-Brabant (2006), p. 7-8.
V. PAUWELS & E. MARTENS, Archeologische opvolging van de aardgasvervoerleiding Armveldweg Dilbeek, s.l. 2008.
M. PIETERS, “Sint-Ulrikskapelle (Dilbeek, Bt) : stenen hamer”, Archeologie 2 (1987), p. 143.
M. PIETERS, “Prehistorische stenen ‘hamer’ gevonden te Sint-Ulriks-Kapelle”, Het oude land van Edingen 1 (1990), p. 8-10.
N. REYNS & B. CLEDA, Archeologisch vooronderzoek Dilbeek - Stichelgatstraat (Verkaveling Novus), Wijnegem 2014.
W. SEVENANTS, archeologische prospectie met ingreep in de bodem, Wijk Wolsemveld (fase 1) Zuurweidestraat te Dilbeek, s.l. 2009.
W. SEVENANTS, proefsleuvenonderzoek voorafgaand aan de realisatie van de verkaveling “wolsemveld zone 3, deel 3, s.l. 2009.
W. SEVENANTS, “Villadomein uit de Romeinse tijd te Dilbeek – Wolsemveld”, Recent archeologisch onderzoek in Vlaams-Brabant (2009), p. 12-13.
M. SMEETS, Archeologisch vooronderzoek GEN-Dilbeek (km 7360-10750), Archeo-rapport 9, s.l. 2009.
M. THIRION, “Sint-Ulriks-Kapelle : Romeinse munten”, Archeologie, 2 (1964), p. 70
S. VAN BELLINGEN, “Middeleeuwse en postmiddeleeuwse vloertegels uit de voormalige priorijkerk van Groot-Bijgaarden (gem. Dilbeek, prov. Vlaams-Brabant)”, ons Graafschap, 27 (2000), p. 46-69.
J. VANDENBORRE, B. BARTOLOMIEUX & E. VAN HEYMBEECK, “Archeologisch onderzoek in het kader van fase 1 van GEN Dilbeek - Ternat (3de en 4de spoor)”, Recent archeologisch onderzoek Vlaams-Brabant (2009), p. 14-15.
J. VANDENBORRE, W. DE MAEYER, F. WUYTS & C. CLEMENT, GEN Dilbeek - Ternat (3e en 4e spoor). Fase 1: km 10,750 - 12,300. Archeologisch vooronderzoek, Feniks, 3 (2009-2010), p. 82-83
N. VAN LIEFFERINGE, Resultaten van het archeologisch vooronderzoek langsheen het GEN-tracé in Ternat : fase C – km 12,300 tot km 18,050, Mechelen 2010, p. 46-47.
P. WETERINGS, Basisrapport. A-15.0040, Dilbeek, Wolsemveld, Zuurweidestraat, Braambessenstraat- Lange Haagstraat, Archeologische opgraving, BAAC 2015.
P. WETERINGS, “Een vrijwel compleet villadomein in Dilbeek – Wolsemveld”, Signa (2016) 5, p. 179-183.
P. WETERINGS, “Het villadomein van Dilbeek – Wolsemveld : stand van zaken van het onderzoek in 2016”, Recent archeologisch onderzoek in Vlaams-Brabant (2016), p. 9-11.
W. YPERMAN & M SMEETS, het archeologisch vooronderzoek aan de Hermelijnlaan te Dilbeek, s.l. 2014.